Blog

(V)ECHTSCHEIDING TUSSEN AANDEELHOUDERS

Marjan Koelemeijer

Marjan Koelemeijer Advocaat / (Associate) partner

De procedure voor een (v)echtscheiding tussen aandeelhouders zal met ingang van 1 januari 2025 veranderen. Dan treedt de Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure’ (“Wagevoe”) in werking. Wat dit betekent, leest u in mijn blog.

Huidige geschillenregeling  

Ruziënde aandeelhoudersin een vastgelopen samenwerkingsverband willen niets liever dan uit elkaar gaan. Door een duurzame ontwrichting lijkt een scheiding van wegen ook onvermijdelijk. Onder het huidige recht kan de rechtbank in het kader van de geschillenregeling, die wordt ingeleid door een dagvaarding van één of meer aandeelhouders, ervoor zorgen dat een geschil tussen aandeelhouders wordt beëindigd.De regeling bestaat onder meer uit de uittredings- en uitstotingsregeling (artikel 2:343 BW respectievelijkartikel 2:336 BW). Met een beroep op de uittredingsregeling kan een aandeelhouder vorderen dat zijn aandelen worden overgenomen en hij dus mag uittreden. Dat kan indien deze aandeelhouder in zijn belangen wordt geschaad door zijn medeaandeelhouder(s). De uitstotingsprocedure is de spiegelbeeldige variant: met een beroep op die regeling kan een (groep) aandeelhouder(s) van een andere aandeelhouder vorderen dat deze zijn aandelen moet overdragen. Tegen een beslissing van de rechtbank staat hoger beroep open bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam met daarna de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.

In de praktijk blijkt de geschillenregeling echter niet goed (genoeg) te werken.Vanwege lange doorlooptijden bij de rechtbank is de geschillenregeling een langslepende procedure. Allereerst moet in de procedure vast komen te staan dat er voldaan is aan de criteria voor uittreding of uitstoting en dat is in de praktijk niet eenvoudig. Vooral dehoge drempel om tot verplichte overdracht van aandelen te komen, wordt gezien als een belemmering om van de regeling gebruik te maken. En dan moet ook nog de prijs van de aandelen worden vastgesteld.

Aandeelhouders kiezen er daarom vaak voor om in plaats van de geschillenregeling gebruik te maken van de efficiëntere enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam.De Ondernemingskamer heeft op basis van het enquêterecht zeer ruime bevoegdheden om in de sfeer van de zeggenschap vergaande voorzieningen te treffen, zoals een tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer.Dit is dan wel steeds gekoppeld is aan een enquêteverzoek waaraan de aandeelhouders wellicht geen behoefte hebben.

De Ondernemingskamer kan nu niet zelf een aandeelhouder uit de vennootschap verwijderen om het aandeelhoudersgeschil definitief te beslechten. De optie vaneen daadwerkelijke scheiding (dan wel ontvlechting) kan dan alleen worden bewerkstelligd door een door de Ondernemingskamer benoemde tijdelijke bestuurder, die het, zoals de Ondernemingskamer standaard in haar overwegingen opneemt ‘tot zijn of haar taak mag rekenen’ om een minnelijke oplossing tussen de aandeelhouders te bewerkstelligen.

Geschillenregeling in nieuw jasje

Dat gaat nu veranderen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe geschillenregeling op 1 januari 2025 is de Ondernemingskamer als enige feitelijke rechter exclusief bevoegd om in geval van duurzame ontwrichting tussen de aandeelhouders te bepalen, eventueel tegelijk met een enquêteverzoek, over wie de onderneming voortzet en tegen welke prijs. De geschillenregeling, zowel de uittredings- als uitstotingsregeling, wordt dan een verzoekschriftprocedure. Tegen de uitkomst van die procedureis er alleen nog de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.

Wijzigingen in de uitstotingsprocedure

Een belangrijke verbetering ten opzichte van de huidige geschillenregeling is de verruiming van de grond voor uitstoting. Nu kunnen alleen gedragingen die zijn verricht in de hoedanigheid van aandeelhouder leiden tot vervulling van het criterium van uitstoting. Andere gedragingen – die wel schadelijk zijn voor de goede naam en faam van de vennootschap, maar die niet direct verband houden met het functioneren van een aandeelhouder binnen de vennootschap – kunnen onder het huidige recht géén aanleiding zijn voor de toewijzing van de uitstoting. Onder de nieuwe wet kunnen gedragingen van een aandeelhouder in andere hoedanigheid (bijvoorbeeld als bestuurder of als privépersoon) door de Ondernemingskamer worden meegenomen in de beoordeling. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het klassieke voorbeeld van een aandeelhouder die de vennootschap beconcurreert, waardoor voor de vennootschap bestemde inkomsten wegvloeien en het vennootschappelijk belang wordt geschaad. Dergelijk handelen kan onder de nieuwe wet wel tot uitstoting van een aandeelhouder leiden.

De eis dat het moet gaan om gedrag in de hoedanigheid van aandeelhouder geldt dus niet langer voor uitstoting. Het toetsingscriterium voor uitstoting wordt onder de nieuwe wet of het gedrag van de aandeelhouder het belang van de vennootschap zodanig schaadt, dat het handhaven van de aandeelhouder redelijkerwijs niet langer kan worden geduld (artikel 2:336alid 1 BW).

Wijzigingen in de uittredingsprocedure

De uittredingsregeling ziet eveneens op een gedwongen overdracht van aandelen, maar dan op initiatief van de uittredende aandeelhouder. De maatstaf voor uittreding is dat een aandeelhouder door gedragingen van een of meer medeaandeelhouders zodanig in haar rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd (art. 2:343 BW). De Ondernemingskamer heeft in het door haar gewezen arrest Arnold-Maassen (Gerechtshof Amsterdam 3 september 2019, JOR 2020, 59) geoordeeld dat deze maatstaf voor de beoordeling van toewijzing van de uittredingsvordering voldoende is. Volgens de Ondernemingskamer houdt dit criterium niet in dat de vordering slechts kan worden toegewezen in geval van “bijkomende zwaarwegende omstandigheden”, “zwaarwegende gronden” of “verwijtbaarheid” van de medeaandeelhouders of de vennootschap. Sindsdien is deze visie gevolgd

Tot slot

De nieuwe geschillenregeling treedt per 1 januari 2015 in werking. Zit u in een situatie waarin u niet meer kunt samenwerken met uw medeaandeelhouder(s), neem dan contact met mij op.

Marjan Koelemeijer

marjan.koelemeijer@kienhuislegal.nl

Heeft u vragen?
Neem contact met ons op