Blog

Kan een rechtstreekse arbeidsovereenkomst tussen de uitzendkracht en inlener ontstaan bij structurele langdurige inzet?

Berdine van Eerden

Berdine van Eerden Senior advocaat

Op dit moment moet de Hoge Raad bepalen of het bijna 13 jaar achtereenvolgens inzetten van dezelfde inleenkracht misbruik van uitzendkrachten oplevert. 

Het Hof Den Haag had eerder geoordeeld dat dit tijdelijk noodzakelijk is en geen misbruik van uitzendkrachten tot gevolg heeft. Nu concludeert A-G De Bock aan de Hoge Raad dat het Hof dit onvoldoende onderbouwd heeft. De Uitzendrichtlijn en rechtspraak uit de EU gaan uit van restricties in de tijdelijkheid. De Nederlandse uitzendgeschiedenis ging aanvankelijk uit van de beperking van tijdelijke inzet van inleenkrachten tot zes maanden. Dat is een fors andere periode dan de 13 jaar die in deze zaak aan de orde is. De A-G gaat ook in op de optie dat een arbeidsovereenkomst tussen de uitzendkracht en de inlener zou kunnen ontstaan.

De vraag is hoe de Hoge Raad hierover zal gaan oordelen. Stel het scenario dat de A-G schetst wordt gevolgd, dan zou dat baanbrekend zijn. Dit zou kunnen betekenen dat diverse uitzendkrachten rechtstreeks (voor onbepaalde tijd) bij de inlener in dienst zouden zijn gekomen. De lijn tot op heden is dat de arbeidsovereenkomst die de uitzendkracht met het uitzendbedrijf heeft niet ineens geruisloos van kleur kan verschieten, waardoor de uitzendkracht ineens bij de inlenende werkgever in dienst is getreden.

Dit is een belangrijk thema voor de praktijk en wij zullen dit nauwlettend in de gaten houden. De vraag is nu wat de Hoge Raad zal gaan oordelen. Zodra er nieuws te melden is, laten we dat weten.

Heeft u hierover vragen, dan kunt u contact opnemen met onze sectie Arbeidsrecht.

Heeft u vragen?
Neem contact met ons op